Overleven op de oceaan

Voordat we op expeditie gaan, moesten we eerst een hilarische veiligheidstraining doorlopen. Dat avontuur stond 16 oktober in de Volkskrant onder noemer Ware Wetenschap. Wanneer je schip zinkt, moet je op alles zijn voorbereid, leert het NIOZ-team.

Iets grimmigs heeft het wel. De trainer van de Den Helderse veiligheidsspecialist DHTC Ben van Kuringen vraagt het wetenschappelijke team van Jan-Berend Stuut – en de verslaggever – om stil te staan bij alle levensbedreigende gevaren die op een schip kunnen voorkomen. Een niet geheel onterechte vraag: de groep gaat heel de maand november op expeditie over de Atlantische Oceaan.

Wat er zoal kan misgaan? Het schip loopt misschien vast op rotsen, kan in brand vliegen, tegen andere schepen botsen en uiteraard zinken. Verder bestaat altijd de kans dat je uitglijdt en van de boot af kukelt of dat een kabel ledematen afsnijdt. Tijdens de koffiepauze grapt Stuut: ‘Waar zijn we in hemelsnaam aan begonnen?’

Lees meer

Een maand geen land in zicht

Beste mensen: ik knijp er een maand tussenuit. Maar dat betekent allerminst dat ik verdwijn.

Vanaf de Atlantische Oceaan blijf ik schrijven en bloggen. Jawel, dat is een hele maand op zee. Daar kijk ik mee met een Nederlandse wetenschappelijke expeditie die 8 november van start gaat. En joepie, het expeditieschip heeft een internetverbinding (hallo, toekomst).

pelagia_300dpi
Het onderzoeksschip rv Pelagia, waarop we zullen varen.

We varen redelijk dichtbij de evenaar, van de kust van Mauritanië tot aan het Caribische eiland Sint Maarten.

Het doel van de tocht: wetenschappers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek, ook wel het NIOZ, willen weten of klimaatverandering te beïnvloeden valt met algengroei in de Atlantische Oceaan. Algen plukken namelijk het broeikasgas CO2 uit de lucht. En daarom is het interessant om te weten wat de algen zoal te vreten krijgen. En of je ze kan ‘bijvoeren’.

Lees meer

Evolutie als tupperwareparty

Meelkevers zijn niet erg veeleisend als proefdier. Ze hebben zelfs geen water nodig.

Of hij er wel eens aan gedacht heeft om er een cake van te bakken? ‘Eh ja, dat is inderdaad wel eens in me opgekomen’, lacht Maurijn van der Zee terwijl hij een doosje meelkorrels inclusief krioelende meelwormen in een blikken zeef leegt. De zeef heeft iets weg van een taartvorm en wekt de indruk dat met een beetje boter en suiker het geheel zo de oven in kan. ‘Het schijnt heel lekker te zijn, maar niemand hier heeft het ooit geprobeerd’, voegt Van der Zee eraan toe.

meelkevers
Meelkevers in tupperware-bakjes.

De meelwormen – eigenlijk geen wormen maar larven van de meelkeversoort Tribolium castaneum – maken onderdeel uit van een reeks experimenten in het evolutielaboratorium van de Universiteit Leiden. Van der Zee werkt er als onderzoeker met enkele promovendi onder zijn hoede. Ze bestuderen de kleine meelkevers om grote vragen over evolutie te beantwoorden. Zoals: hoe ontstaan nieuwe soorten? En zijn belangrijke stappen in evolutie na te bootsen in het lab?

Lees meer

Hoe de mammoet weer tot leven komt

Twintig jaar na Jurassic Park is de kloontechniek eindelijk ver genoeg om uitgestorven dieren terug te toveren, menen sommige wetenschappers. Bovenaan op de verlanglijst: de mammoet. (Volkskrant, 24 augustus 2013)

Boven de noordpoolcirkel, ver van drukbevolkte steden, ligt het natuurgebied Pleistoceenpark. Een uitgestrekte steppe, drie keer zo groot als de Oostvaardersplassen, en begroeid met vooral gras, mos, struiken en enkele lapjes dennenbos. Het is een mammoetsteppe, om precies te zijn. Poolonderzoeker en parkbeheerder Sergej Zimov wil er de natuur van de laatste ijstijden terughalen. Inclusief alle dieren die daarbij horen. Op dit moment houden flinke elanden, wisenten en muskusossen het gras kort. Het enige dat ontbreekt, zijn de mammoeten zelf.

Zimov droomt ervan deze ijstijdmascottes in zijn park uit te zetten. ‘We zouden dolgelukkig zijn met een groep mammoeten’, vertelt Zimovs zoon Nikita – die in tegenstelling tot zijn vader uitstekend Engels spreekt – aan de telefoon. ‘De mammoet was een sleutelsoort. Ze velden bomen, en dat zou ons steppelandschap open houden.’

Lees meer

Kritiek op kweekvlees hindert vooruitgang

Ook kweekvlees kan zich niet in de sympathie van de gemotiveerde vegetariër verheugen: vlees is per definitie fout. Hetzelfde geldt voor de vleeseter, schrijf ik in de Volkskrant.

 

Nadat Mark Post afgelopen maandag de eerste kweekvleesburger met veel persaandacht presenteerde, zagen sommige vegetariërs hun kans schoon het idee direct weer de grond in te boren. Want vlees blijft vlees, en het eten ervan is slecht, zeggen ze. Punt uit.

Ze gooien daarmee de glazen van hun eigen missie in. Die missie luidt: we eten te veel vlees, en dat moet minder. Daarover is vrijwel iedereen het eens. Het veevoer waarmee we runderen vetmesten voor een biefstukje, kost onnodig veel landbouwgrond en leidt tot de uitstoot van broeikasgassen. Ook lijden er rampzalig veel dieren in de bio-industrie.

Lees meer