Remmen met eieren

Wat werd er deze week beweerd? Automobilisten remmen sneller als zij eieren eten. Wat zegt de wetenschap? Een koffie graag.

‘Plotsklaps rent een spelend kind de weg op. Remmen!!’ Met dat scenario opende een persbericht van de Universiteit Leiden. De universiteit reikt meteen een tip aan om de reactiesnelheid op dit soort momenten te verbeteren: eet lekker veel eiwitrijke voeding, zoals pinda’s, amandelen, kip, yoghurt en eieren. Die bevatten tyrosine, een stof die onze hersenen in staat stelt om meer signaalstofjes aan te maken. Daardoor reageert een mens sneller, zo blijkt uit nieuw onderzoek van Leidse psychologen.

Het verhaal is een geschenk uit de hemel voor fabrikanten van voedingssupplementen die tyrosine in pilvorm verkopen. Een potje met vijftig pillen met elk 500 milligram tyrosine koop je voor 15 euro. Handig dus om bij u te dragen als u wél vlot wilt reageren, maar geen eieren of spinazie binnen handbereik hebt.

Klinkt als een wondermiddel. Maar hoe goed werkt de truc eigenlijk? Een snelle blik op de Leidse studie, in het tijdschrift Neuropsychologia, laat zien dat de onderzoekers netjes te werk zijn gegaan. Ze lieten een groep van 22 proefpersonen tweemaal op het lab langskomen, gaven ze de ene keer tyrosine en de andere keer een placebo, beide opgelost in sinaasappelsap. Daarna moesten de deelnemers een reactiesnelheidstest doen. En jawel hoor: tyrosine bleek te helpen.

Maar lees de kleine lettertjes en het resultaat is toch niet zo spectaculair als het aanvankelijk klinkt. Ten eerste blijkt dat de proefpersonen helemaal geen autorijtest deden. Dat valt tegen, want een beetje universiteit heeft gewoon een rijsimulator in huis. Toegegeven, die van de Universiteit Leiden is nog in aanbouw. [/column]

In plaats daarvan maakten de proefpersonen – allemaal studenten, aan de gemiddelde leeftijd van 20 jaar te zien – een testje op een computer. Die test gaat zo: op een beeldscherm zie je pijlen verschijnen die naar links of naar rechts wijzen. Zulke pijlen zitten ook op een speciaal toetsenbord. Zodra je een pijl op het scherm ziet, druk je zo snel mogelijk op de bijbehorende knop. Maar verschijnt er een rood pijltje, dan moet je de neiging onderdrukken om überhaupt een toets aan te slaan.

Wat het persbericht niet vermeldt, is dat de deelnemers met tyrosine achter de kiezen totaal niet sneller reageerden bij het indrukken van de juiste pijltjesknoppen. Dat leest u goed: de algemene reactiesnelheid werd niks beter door tyrosine. De proefpersonen waren alléén sneller wanneer ze de neiging moesten onderdrukken om een toets in te drukken. Of zich dat laat vertalen naar snel wisselen van je gas- naar rempedaal, is maar de vraag. Op de rem staan is niet hetzelfde als de neiging onderdrukken om gas te geven.

Als we dit bezwaar even opzij leggen, moeten we erkennen: de tyrosineslikkers waren echt een beetje sneller. Een ieniemieniebeetje. Om precies te zijn ging het om 15 duizendste seconde. Wanneer u met 50 kilometer per uur door de bebouwde kom rijdt en plotseling voor een kind moet remmen, is de remweg, inclusief 1,1 seconden reactietijd, 25 meter. Trek van de reactietijd die 15 duizendste seconde dankzij de tyrosine-opkikker af, dan daalt de remweg naar 24,8 meter.

Wilt u die prestatie – misschien – halen, dan moet u wel flink wat tyrosine slikken. Het liefst ‘s ochtends, wanneer het brein er het meest aan toe is. Het gaat dan om vier pillen, waarmee een pot van 15 euro er binnen anderhalve week doorheen is gejast. Wie gaat voor tyrosine uit gewone voeding, moet ‘s ochtends anderhalve kilo spinazie of een halve kilo kip naar binnen werken. Eieren zijn nog het best: daarvan hoeft u er maar drie te eten.

Voor wie in de ochtend niet zo graag een zware hap eet, werkt de cafeïne in een stevig kopje koffie overigens net zo goed. Uit de vakliteratuur blijkt de alertheidswinst van één kop sterke koffie vergelijkbaar met die van kilo’s kip, spinazie of ei.

De chemische formule van Tyrosine is C9H11NO3

Dit artikel verscheen in de Volkskrant op 1 maart 2014 in de rubriek Waar / Niet Waar!.

de Volkskrant

 

 

 

Zijn vrouwen geboren vredesonderhandelaars?

 

india

Een Syrisch vredesakkoord in Genève lijkt nog ver weg. Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans zei het nog zo: bij dat overleg moet je ook vrouwen betrekken. Die zijn volgens Timmermans ‘een essentieel onderdeel van de oplossing’. Daarmee doelt hij waarschijnlijk op een bijzondere eigenschap die vooral aan het vrouwelijke geslacht wordt toegedicht: een vrouw weet intuïtief tijdens heetgebakerde conflicten vrede te sluiten, waar een man juist hopeloos agressief blijft. Dus hup, meer dames aan de overlegtafel en klaar is Kees?

Nou, nee. Als vrouwen zich tijdens conflicten vreedzamer opstellen dan mannen, laten ze dat in ieder geval niet bepaald blijken wanneer ze zelf aan de macht zijn. Margaret Thatcher bijvoorbeeld, van 1979 tot 1990 premier van het Verenigd Koninkrijk, stuurde een legermacht op de Falklandeilanden af en noemde in 1989 de Amerikaanse president George H.W. Bush ‘zwak’ toen hij twijfelde of militair ingrijpen in Irak wel verstandig was. En Golda Meïr, begin jaren zeventig premier van Israël, oogde weliswaar als een charmante grootmoeder, maar wees alle mogelijke verzoeningsakkoorden die aan haar werden voorgelegd van de hand.

Van Thatcher en Meïr werd weleens gezegd dat ze meer man dan vrouw waren – de uitzonderingen die de regel bevestigen. Voor de vredelievende kracht van vrouwen moet je volgens onderzoekster Betty Reardon bij alledaagse moeders wezen. In haar boek Women and Peace schrijft ze het zo: ‘De moeders van de wereld, als zorgdragers voor jonge kinderen, zijn in de kern beschavende opvoeders van vrede.’

De Noorse psychologe Inger Skjelsbæk gelooft er niets van. Sterker nog: moederschap kan juist oorlogszucht en geweld in de hand werken, merkt ze op in haar boek Gender and Peace. Tijdens de Vietnamoorlog waren vrouwen bijvoorbeeld flink vertegenwoordigd in de Vietcong, de communistische verzetsgroep destijds. De vrouwen deden dat om hun kinderen en land te beschermen. Ze stuurden hun kroost van huis en gingen vervolgens zelf knokken.

In Amerika reageerden moeders tijdens de Vietnamoorlog juist met verzet: ze wilden hun zonen niet meer aan het conflict verliezen. Het verschil met de moeders in Vietnam, zo stelt Skjelsbæk, onthult dat deze reactie meer afhankelijk is van cultuur dan van moederschap of vrouwelijkheid.

Hoe zich dat allemaal vertaalt naar een verzoeningsgesprek zoals nu voor Syrië plaatsvindt, is lastig te zeggen. Wel is het zeker dat mannen en vrouwen, wanneer ze door onderzoekers worden gevraagd naar hun houding tegenover een vreedzame oplossing, eigenlijk niet veel van elkaar verschillen. Dat blijkt uit onderzoek van politicoloog Richard Eichenberg van Tufts University. Eichenberg verzamelde in 2007 tientallen Europese en Amerikaanse enquêtes die steun voor oorlog of een vreedzame oplossing hadden gepeild. Toentertijd bleek 57 procent van de Nederlandse mannen oorlog soms noodzakelijk te vinden, tegenover 40 procent van de vrouwen.

Bekijk die cijfers eens anders: nog altijd wil 43 procent van de mannen absoluut geen oorlog, net als 60 procent van de vrouwen. Daarmee komen we op een belangrijk punt: onderling verschillen vrouwen net zoveel van elkaar als dat ze gemiddeld van mannen verschillen. Dat betekent dat het grootste verschil in vreedzaamheid met iets anders te maken heeft dan het geslachtsorgaan dat al dan niet tussen de benen bungelt.

Wat iemand dan precies vreedzaam maakt, is natuurlijk weer een andere vraag. In elk geval hoeven we niet te verwachten dat de Syrische vredesonderhandeling ineens wonderbaarlijk de goede kant op gaat zodra er vrouwen aanschuiven. Wat niet wegneemt dat er misschien andere goede redenen zijn om vrouwen uit te nodigen. Zoals het feit dat ze een belangrijk deel van de bevolking vertegenwoordigen, bijvoorbeeld?

Dit artikel verscheen in de Volkskrant op 11 januari 2014.

de Volkskrant

 

 

 

Evolutie als tupperwareparty

Meelkevers zijn niet erg veeleisend als proefdier. Ze hebben zelfs geen water nodig.

Of hij er wel eens aan gedacht heeft om er een cake van te bakken? ‘Eh ja, dat is inderdaad wel eens in me opgekomen’, lacht Maurijn van der Zee terwijl hij een doosje meelkorrels inclusief krioelende meelwormen in een blikken zeef leegt. De zeef heeft iets weg van een taartvorm en wekt de indruk dat met een beetje boter en suiker het geheel zo de oven in kan. ‘Het schijnt heel lekker te zijn, maar niemand hier heeft het ooit geprobeerd’, voegt Van der Zee eraan toe.

meelkevers
Meelkevers in tupperware-bakjes.

De meelwormen – eigenlijk geen wormen maar larven van de meelkeversoort Tribolium castaneum – maken onderdeel uit van een reeks experimenten in het evolutielaboratorium van de Universiteit Leiden. Van der Zee werkt er als onderzoeker met enkele promovendi onder zijn hoede. Ze bestuderen de kleine meelkevers om grote vragen over evolutie te beantwoorden. Zoals: hoe ontstaan nieuwe soorten? En zijn belangrijke stappen in evolutie na te bootsen in het lab?

Lees meer

Kinderen snel naar kwakzalver

Nederlandse artsen wijzen jonge patiënten gemakkelijk door naar alternatieve therapieën. In Zweden zijn die methoden verboden bij kinderen onder de 8 jaar.
Acupuncture1-1

Een baby van vier maanden lijdt aan onverklaarbare hoest- en huilbuien. Wat te doen? Niet zelden zoeken ouders hun toevlucht tot de alternatieve geneeskunde.

Uit een onderzoek in de European Journal of Pediatrics blijkt dat in Nederland 30 procent van de kinderartsen hun patiënten desgevraagd doorverwijzen naar een acupuncturist, chiropractor, hypnotiseur of andere therapeut buiten de reguliere gezondheidszorg. Liefst 39 procent van de kinderartsen past zelf weleens een ‘kwakzalvertherapie’ toe, meestal het gebruik van kruiden of homeopathische middelen.

‘Dat is niet zonder risico’, zei kinderarts Jan Peter Rake dit weekeinde in Amsterdam op een symposium van Vereniging tegen de Kwakzalverij. Alternatieve behandelwijzen bij kinderen stonden daarbij centraal. Een sprekend voorbeeld is de Australische baby die vorige week het wereldnieuws haalde, nadat een chiropractor zijn nekje had gebroken. Ook in Nederland bestaan klinieken die nekjes kraken, waarschuwt Rake.

Lees meer

Hoe de mammoet weer tot leven komt

Twintig jaar na Jurassic Park is de kloontechniek eindelijk ver genoeg om uitgestorven dieren terug te toveren, menen sommige wetenschappers. Bovenaan op de verlanglijst: de mammoet. (Volkskrant, 24 augustus 2013)

Boven de noordpoolcirkel, ver van drukbevolkte steden, ligt het natuurgebied Pleistoceenpark. Een uitgestrekte steppe, drie keer zo groot als de Oostvaardersplassen, en begroeid met vooral gras, mos, struiken en enkele lapjes dennenbos. Het is een mammoetsteppe, om precies te zijn. Poolonderzoeker en parkbeheerder Sergej Zimov wil er de natuur van de laatste ijstijden terughalen. Inclusief alle dieren die daarbij horen. Op dit moment houden flinke elanden, wisenten en muskusossen het gras kort. Het enige dat ontbreekt, zijn de mammoeten zelf.

Zimov droomt ervan deze ijstijdmascottes in zijn park uit te zetten. ‘We zouden dolgelukkig zijn met een groep mammoeten’, vertelt Zimovs zoon Nikita – die in tegenstelling tot zijn vader uitstekend Engels spreekt – aan de telefoon. ‘De mammoet was een sleutelsoort. Ze velden bomen, en dat zou ons steppelandschap open houden.’

Lees meer

Veroorzaken piepende kattenverjagers gehoorklachten?

De kattenmosquito, een luid piepend apparaatje, jaagt ongewenste gasten zoals poepende katten de tuin uit. Onbedoeld blijken kinderen en sommige volwassenen de pieptoon ook te horen. Leidt dat tot gezondheidsproblemen?

arts

Het principe achter de kattenmosquito is hetzelfde als dat van een hondenfluitje: mensen horen het ultrasone geluid niet. maar voor andere beesten is het luid en duidelijk. De pieptoon van de kattenverjager kan echter zo laag afgesteld worden dat ook volwassenen hem horen.

De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit krijgt jaarlijks klachten van bezorgde mensen. Een van hen nam contact op met de Volkskrant: hij heeft last van oorsuizen – officieel tinnitus – en vreest dat hij door de kattenmosquito van zijn buurvrouw gehoorschade heeft opgelopen.

Dat zou kunnen, zegt Jan de Laat, klinisch-fysicus en audioloog aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). ‘Als je bijvoorbeeld elke dag opnieuw 80 decibel aanhoort, kan er gehoorschade ontstaan.’ Hij heeft het dan over decibel A: ‘Dat is gecorrigeerd voor het menselijk gehoor.’

Lees meer