Zijn etiketten in de supermarkt te ingewikkeld? Doe beter je best, zegt het Voedingscentrum


Het Voedingscentrum brengt folders uit die consumenten wegwijs maakt in de supermarkt, waar misleidende en onduidelijke etiketten op voedselverpakkingen de norm zijn. Intussen wijzen ze wetenschappelijk onderbouwde voorstellen van betere etiketnormen af. Zo helpen ze indirect de voedselfabrikanten, niet de consument.

etiketwijzer

Soms vraag ik me wel eens af met wie het Voedingscentrum het beste voor heeft. Willen ze echt de gemiddelde Nederlander helpen voor wie het zo moeilijk is om gezonde keuzes in de supermarkt te maken, gezien de hoeveelheid misleiding en troep die hem of haar wordt voorgehouden?

Afgaande op hun nieuwe folder, de Etiketwijzer, zou je denken dat het Voedingscentrum een helpende hand uitreikt aan de verwarde consument. Zo zal het vast bedoeld zijn. Maar kijk even goed en je ziet hoe heilloos het pamflet eigenlijk is. Als je jezelf echt serieus met de tips uit de folder wil bewapenen, verandert tien minuten boodschappen doen in een huiswerkopdracht van twee uur.

Neem bijvoorbeeld de volgende tips.

De voedingswaarde geeft aan hoeveel energie en voedingsstoffen in het product zitten. Het is altijd aangegeven per 100 gram of 100 milliliter.

Maar kort erna lezen we toch weer dit:

Fabrikanten mogen ervoor kiezen om dit ook nog per portie te doen, bijvoorbeeld één glas. Om producten onderling te vergelijken, op bijvoorbeeld calorieën dan kun je dit het beste doen per 100 gram en niet per portie. Fabrikanten mogen namelijk zelf hun porties bepalen en dit kan nog wel eens verschillen.

En het wordt nog erger.

Een klein kadertje volgt met de woorden ‘Let op!’

LET OP! Een portie is niet altijd hetzelfde. Soms betekent het 1 koekje, soms een half pakje. Je kunt het beste even omrekenen hoe het zit met jouw portie.

Misleiding

Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik ken niemand die voor elk product volledig doorrekent welke portie hij precies wil, en zich hier thuis ook nog aan houdt door elke schep cruesli op de weegschaal te leggen om er zeker van te zijn niet hoger uit te komen dan de zestig gram die hij met zichzelf heeft afgesproken. En ook nog eens deze procedure herhaalt voor alle andere etenswaren die hij of zij in de supermarkt haalt. Dat is een dagtaak. Twee sneetjes brood met kaas? Wegen die hap. Pasta bolognese? Alle afzonderlijke ingrediënten wegen en uitrekenen hoeveel calorieën het zijn. Beter nog, als je dat vooraf in de supermarkt doet. Juist! Eerst kook je op papier in de winkel, met de rekenmachine in de hand. Daarna mag je het thuis overdoen.

Fabrikanten hopen natuurlijk dat we geen rekenmachine erbij pakken om de kleine lettertjes en getallen van het etiket te begrijpen, maar verwachten dat we prominent afgebeelde teksten letters ‘LIGHT’ of ’30 PROCENT MINDER VET!’ wel lezen. Ze misleiden ons dus op twee manieren: ze sjoemelen met de portiegroottes en kalken met schreeuwerige tekst dat ze eigenlijk ook wel zonder kritisch rekenwerk te vertrouwen zijn.

Gelukkig zegt de folder dat we deze claims moeten wantrouwen, omdat ‘light’ niet per se gelijkstaat aan ‘minder calorieën’.

Wist je dat light chips niet veel minder calorieën bevatten dan gewone? Er zit wel minder vet in light chips, maar weer meer koolhydraten! Daardoor scheelt het uiteindelijk maar erg weinig.

De talloze omrekentips en waarschuwingen voor misleiding laten eigenlijk vooral zien dat het eigenlijk helemaal niet zo vreemd is dat veel mensen ongezond eten: we kunnen de verpakkingen niet in één oogopslag begrijpen, terwijl voedselfabrikanten met grote letters hun producten aanprijzen op twijfelachtige manieren. Kortom, het probleem is niet dat mensen niet hard genoeg hun best doen, maar dat de fabrikanten te veel onzin mogen verkopen.

Kiest het Voedingscentrum écht voor de consument?

De etiketten zouden dus beter moeten wezen. Maar daar hoor je de voorlichtingsevangelisten van het Voedingscentrum dan weer niet over.

ontbijtkoek peijnenburg

En daar wringt de schoen wat mij betreft. Een folder om mensen weerbaar te maken tegen de voedselindustrie: eigenlijk vind ik het prima. Maar het gaat verder. Het Voedingscentrum heeft in het verleden nieuwe, wetenschappelijk onderbouwde voorstellen om voedselverpakkingen te veranderen, afgewezen. Misleidende initiatieven van de voedselindustrie steunen ze wel.

Neem bijvoorbeeld het bekende Vinkje. Het Voedingscentrum staat faliekant achter deze vorm van etikettering, die overigens door de fabrikanten zelf is bedacht. Maar uit onderzoek blijkt dat mensen eigenlijk nauwelijks gezondere keuzes maken wanneer het gezonde Vinkje erop staat, en vaak zelfs meer calorieën van Vinkjesproducten eten omdat ze denken dat het gezond is. Kortom: het Vinkje leidt alleen maar tot meer voedselverkoop, en niet minder.

Remco Havermans, gezondheidspsycholoog aan de universiteit van Maastricht, is het met me eens en voegde er vorige week terecht een ander punt aan toe: als we voor het plakken van vinkjes zijn om gezonde producten herkenbaar te maken, dan mogen er toch ook grote rode kruisen op ongezonde producten staan om die eveneens herkenbaar te maken? Uit meerdere studies blijkt dat dat mensen helpt om zonder al te veel denkwerk – laat staan rekenmachines – gezondere keuzes te maken. Maar dat staat de voedingsindustrie dan weer niet toe: die wisten betere etiketten met een flinke lobby tegen te houden.

En wonderbaarlijk genoeg kiest het Voedingscentrum hier de zijde van de voedselfabrikanten en niet die van wetenschap. Rode stickers of kruisen om ongezonde producten aan te duiden, daar zijn ze op tegen. In een reactie op een onderzoek van de NRCV, waaruit nota bene bleek dat consumenten een verkeerslichtsysteem met rode stickers handig vonden, zegt het Voedingscentrum dat mensen hierdoor wellicht gaan denken dat producten met rode stickers ook ongezond zijn in kleine porties.

Geloofwaardigheid

Maar enige basis voor die opmerking geeft het Voedingscentrum niet. Waaruit zou blijken dat mensen bang zijn dat producten met rode stickers verboden zijn? Dat zegt het Voedingscentrum niet. En wat nou als consumenten massaal producten met rode stickers zouden vermijden? Is dat niet juist de bedoeling, dat mensen minder snacks en calorierijke troep kopen, vertrouwend op de stickers in plaats van de misleidende taal op etiketten die ze met rekenmachines het hoofd moeten bieden?

De geloofwaardigheid van het Voedingscentrum staat op het spel, als je het mij vraagt. En dat is jammer, want een onafhankelijke voorlichtingsinstantie over voedsel hebben we nodig. Het Voedingscentrum verricht veel goed werk bij het uitpluizen van claims over gezonde voeding. Maar als voorlichting inhoudt dat mensen meer en meer tijd moeten besteden aan het lezen van etiketten, tot aan dagelijkse rekensommen toe, heeft dat nog weinig te maken met behulpzaamheid. Het Voedingscentrum zou moeten streven naar een wereld waarin het zelf overbodig zou zijn: een wereld waarin de beste voedselkeuzes automatische de gezondste zijn, zonder dat mensen de godganse dag voorlichtingsspotjes en folders moeten verslinden voordat ze vrolijk verder kunnen met de rest van hun leven.

Eet mij

Waarom lukt het zoveel mensen niet om af te vallen? Hoe kiezen we precies uit wat we eten, en hoeveel? En waarom is het voor sommige mensen makkelijker om slank te blijven dan anderen? De antwoorden vind je in mijn boek Eet mij, dat ik samen met met collega-wetenschapsjournalist Asha ten Broeke heb geschreven.

De media over Eet mij:

Bent u van plan een dieetboek te kopen om in 2013 af te vallen (en nu echt!) dan zit u met Eet mij op de goede weg.’
-TROUW

‘Terecht alom geprezen.’
DE VOLKSKRANT, TOP 20 BESTE WETENSCHAPSBOEKEN VAN 2012

‘Heerlijk geschreven. Stof tot nadenken.’ 
-PSYCHOLOGIE MAGAZINE

Ronald Veldhuizen

freelance wetenschapsjournalist | boek: Eet Mij | onderwerpen: eetgedrag, evolutie, psychologie, mariene biologie | fotograaf | amateurfilosoof