Topsport moet EPO omarmen

tour de france malias


Is EPO echt het soort spul waarmee atleten de topsport verraden? Nee. EPO, waarvan nog moet blijken of het echt verschrikkelijk onveilig is, kan de sport zelfs eerlijker maken.

Regels zijn regels, kun je natuurlijk zeggen. EPO is illegaal en Lance Armstrong had het niet mogen gebruiken. Maar is sport interessant vanwege het überhaupt hebben van regels? Nee. Een regel moet nuttig zijn.

Een goede regel, zo mag je hopen, beschermt sporters tegen ongezonde praktijken, hindert ze niet om het maximale uit hun lichaam te halen en bevordert een gevoel van eerlijkheid. Wie goed kijkt, ziet dat het EPO-verbod op alle drie de fronten hopeloos faalt.

 EPO, het middel dat Lance Armstrong hielp om te winnen, verbetert je prestaties door het aantal rode bloedcellen te verhogen. Is EPO oneerlijk omdat het een middel is waarmee je op kunstmatige wijze 5 tot 15 procent langer een topprestatie kan volhouden? Nee. Cafeïne, een middel dat de WADA wel toestaat, rekt de prestaties van atleten beter op dan EPO dat kan. Uit medisch onderzoek blijkt dat veel koffie drinken ervoor zorgt dat sporters hun prestaties tot wel 20 procent kunnen vergroten. Cafeïne heeft de bijzondere eigenschap dat het ook spieruitputting tegengaat. En dus zuipen wielrenners het ene bakje pleur na de ander. De WADA keurt het goed, omdat koffie nou eenmaal bij het dagelijkse leven hoort. En: als elke wielrenner het doet, is er weinig op tegen, want dan is de prestatielat voor iedereen wat hoger.

Zulke praktijken maken van het verbeteren lichaamsprestaties een flexibel gebied. Dat immers het doel van een topsporter: om elk mogelijke wijze betere prestaties uit z’n lichaam te persen. Ze eten ’s avonds bergen koolhydraten. De porties pasta zijn enorm en ’s avonds op de hotelkamer staat er een pot winegums naast bed. Gewoon omdat dat helpt, net als koffie.

Koolhydraten eten en koffie drinken beschouwen we niet als laf. Oneerlijk zou het pas zijn als een wielrenner dusdanig weet vals te spelen dat zijn lichaamsprestaties (en die van anderen) er niet meer toe doen. Door, zeg maar, een dieselmotor op zijn fiets plaatsen. Dan ben je onoverwinnelijk.

Dit zal niet mogen.

EPO is geen dieselmotor. Het maakt een sporter evenmin onoverwinnelijk als koffie en koolhydraten dat doen. Lichaamsprestaties tellen nog steeds mee. Er waren ook renners die net als Armstrong EPO gebruikten en toch niet wonnen. Je moet daarnaast gewoon trainen, slimme tactieken erop nahouden en goed eten en drinken. Lance Armstrong was heus een topatleet; EPO trok hem gewoon iets eerder over de finishlijn.

Sterker nog: EPO spuiten is in feite niet oneerlijker dan het verkleinen van verschillen die toch al van nature tussen atleten bestaan. Ieder mens maakt EPO aan. Sommige topatleten hebben geluk en worden geboren met een hogere concentratie EPO in hun bloed. Dat hielp de Finse skiër Eero Mäntyranta aan topprestaties. Andere skiërs, die evenzogoed trainden en aten als Mäntyranta, zagen de winst aan hun voorbijgaan omdat de Fin toevallig meer natuurlijk EPO in zijn bloed had. EPO spuiten maakt de factor geluk door geboorte gewoon wat kleiner. Het maakt het speelveld juist eerlijker.

Er is maar één argument dat EPO terecht illegaal zou maken: als het vreselijk gevaarlijk was. Als wielrenners die EPO nemen bij bosjes zouden omkomen, heb je een goede reden tot zorg. Dode wielrenners bovenop Alpe d’Huez, daar zit niemand op te wachten. Maar dat gebeurt niet. Het feit dat Lance Armstrong en een hoop andere EPO-spuiters nog leven, illustreert dat bij een dosis die laag genoeg is, je niet zomaar dood neervalt.

De vraag is bij welke dosis EPO gezondheidsrisico’s voor topsporters oplevert en hoe zich dat verhoudt tot de risico’s die topsporters sowieso al nemen. Wielrennen is per definitie al gevaarlijk. Jaarlijks vinden er lelijke valpartijen plaats waarbij doden vallen. Ook zonder valpartijen is wielrennen gevaarlijk: wetenschappers twijfelen er allang niet meer aan dat het hart enorme klappen krijgt gedurende lange inspanning op bizar hoog niveau, ongeacht de drugs die je slikt. Topatleten lijden twee tot tien keer zo vaak aan hartritmestoornissen. Ook ontstaan er sneller littekens en scheurtjes in het hart. Geen wonder dus dat de meest voorkomende doodsoorzaak bij jonge sporters een stuk hart is.

Tour de koffie?

Als topsport ging om een voorbeeldfunctie voor een gezond leven, zou je het gelijk moeten opdoeken. Een bepaalde mate van gezondheidsrisico’s wordt gewoon geaccepteerd.

De wielersport zou zichzelf een plezier doen als ze niet luisterde naar de oproep voor nog strengere dopingregels. Zolang EPO in de illegale sfeer blijft, weet niemand welke doses door wie worden ingenomen en kunnen we alleen maar gissen naar welke hartdoden worden veroorzaakt door de sport zelf, of door het middel dat wordt geslikt. Als EPO legaal zou zijn, kunnen onderzoekers vrijelijk gezondheid van topsporters meten en de precieze voor- en nadelen op een rijtje zetten. En het grootste pluspunt van legale EPO: je vermijdt een mediacircus en de demonisering van individuele topsporters, die niets liever willen dan de snelste zijn.

Ronald Veldhuizen

freelance wetenschapsjournalist | boek: Eet Mij | onderwerpen: eetgedrag, evolutie, psychologie, mariene biologie | fotograaf | amateurfilosoof