Ik leg aan Sven Kockelmann en zijn luisteraars van ‘Goedemorgen Nederland‘ uit dat de aankondiging van nieuw bewijs voor buitenaardse wezens met flinke korrels zout genomen moet worden. Aliens en andere fantasiewezens worden al honderden jaren gefaked.
Vies kan mooi zijn. Iets wat je niet verwacht bij pissebedden. In en rondom ons huis zijn pissebedden gelukkig klein. In de diepzee niet. Daar zijn ze walgelijk groot: tot wel 36 centimeter lang en bijna 2 kilo zwaar. En, pissebedden zijnde, eten ze eten afval dat naar beneden zinkt, zoals het karkas van walvissen. Bah.
Maar kijk eens wat marien bioloog Andrew David Thaler in zijn diepzeeverkenner zag: een pissebed die prachtig weg zwemt.
De film Prometheus bevat genoeg stof voor discussie. Als je buitenaardse wezens tegenkomt die duizenden jaren geleden al eens contact hadden met de mensheid, welke taal zou je dan met ze spreken? In de film oefent de robot David op een schijnbaar fantasierijke taal om het buitenaards contact tot een goed eind te brengen. In tegenstelling tot de meeste gebeurtenissen in de film, is deze taal op wetenschap gebaseerd.
Prometheuswint geen prijzen voor overtuigingskracht. De hoofdpersonages doen continu domme dingen, en het enige bemanningslid dat met logische argumenten het hele plot van de film weet neer te slaan, wordt zo snel mogelijk afgemaakt.
Toch bestaat wat mij betreft het belangrijkste deel van de film uit een mooie vraag: als je kennis zou maken met je maker, de god of het opperwezen dat je doelbewust op deze wereld heeft gezet, wat zou je dit machtige wezen dan vragen? En hoe tevreden zou je met zijn of haar antwoorden zijn?