Op de hommelradar

Niet iedereen vindt buienradar het leukst soort radar. Biologen in London tuurden het afgelopen jaar naar een hommelradar.  Hommels blijken wonderwel bijna evenzogoed als een TomTom de kortste route naar bloemen te kunnen vinden. Knap, want een computer lukt het alleen kan door duizenden routes uit te rekenen en de kortste uit te kiezen. Hommels hebben de hersencellen niet om zo’n berekening te doen, dus hoe doen ze het dan wel?

Bijen zijn stealth. Maar niet met dit bliepstokje.

Enter de hommelradar van de Britse biologen. Dat is wat je op de foto ziet: een van de hommels die onvrijwillig werden uitgerust met een cool radarzendertje op hun rug. En dan maar kijken welke routes ze vliegen.

Om het de hommels zo ingewikkeld mogelijk te maken, plaatsten de biologen kunstbloemen in een veldje vlakbij het nest van de gemerkte hommels, op een manier die het moeilijk maakte om één ideale route te vinden. Met andere woorden: als je een rondje vliegt over het veld, mis je bloemen. Idem dito als je in een rechte lijn op en neer vliegt.

De hommels bleken geen ingewikkelde routes uit te rekenen. Eerder blijkt hun routestrategie op simpele vuistregels te berusten. Eerst dwalen de hommels wat rond, op zoek naar de eerste bloem. Als ze die vinden, gaan ze terug naar het nest, op ongeveer de snelste manier. Het belangrijkste werk zit er al op: er is één snelle route naar één bloem vastgelegd.

Bij het tweede bezoek neemt de hommel deze eerste snelle route naar de eerste bloem, maar gaat dan vanaf de bloem op zoek naar een tweede. Eenmaal gevonden, dan pakt ze weer de snelste route terug. En zo komen er steeds meer bloembezoekjes bij.

De aanvankelijke routes met veel bloemen zijn lang en omslachtig en gemiddeld twee kilometer lang. Maar omdat de hommel af en toe dwaalt, struikelt ze per ongeluk op snellere routes. Met de paar zenuwcellen die de hommel bezit, blijkt hij enorm op deze snellere routes te kicken (waarschijnlijk omdat een korte tijd tussen nectar proeven voor een bij plezieriger is dan lang wachten tussen twee proefmomenten).

Na 26 verschillende vluchten over het veld heeft de hommel zijn route verkort tot zo’n 450 meter. Dat is wiskundig gezien niet de kortst mogelijke route, maar komt wel in de buurt bij het wiskundige ideaal, wat 312 meter is.

Mooi onderzoek, dat weer eens aantoont hoe ingewikkeld gedrag met simpele regeltjes kan ontstaan.

Het onderzoek kun je nalezen in PLoS Biology.

Correctie 29 september 2012: ik heb dit berichtje wel héél snel getikt, want een aardige tweep attendeerde me erop dat het hier om hommels gaat, en niet om bijen. De titel vind ik te leuk, dus die laat ik zo.

Ronald Veldhuizen

freelance wetenschapsjournalist | boek: Eet Mij | onderwerpen: eetgedrag, evolutie, psychologie, mariene biologie | fotograaf | amateurfilosoof