Kul of Kennis: Een trilspin is reuze giftig

Door RONALD VELDHUIZEN

Spinnen bijten. Ja, zelfs in Nederland. Ik heb het zelf mogen ondervinden: een kreng van een huisspin rende naar mijn duim en plantte daar venijnig zijn kaken. Gelukkig draagt de huisspin een voor de mens ongevaarlijk gif.
Maar andere Nederlandse spinnen doen dat wel. De in ons land wonende trilspin zou zelfs de giftigste ter wereld zijn. Hij heeft een speldenknopje van een lijf en enorm lange poten. Hangt rond in slaapkamers en kelders en staat ook wel bekend als hooiwagen. Dodelijk beest dus. Waarom horen we dan nooit slachtofferverhalen? Omdat zijn gifkaakjes te pietluttig zouden zijn om onze huid te doorboren? Maar stel nou dat ie je in een wondje bijt? Ik maak me zorgen.

Menno Schilthuizen, de enige entomoloog aan de RUG, maakt zich geen zorgen. Precies weten doet hij het niet, maar de trilspin zou best supergiftig kunnen zijn. Zolang het maar weinig gif is, hoeft een beet van de trilspin geen probleem te zijn. En veel gif zullen ze niet dragen, de spinnen hebben de inhoud van hun minuscule lijfjes vooral nodig om überhaupt in leven te blijven. Bovendien hebben ze voor menselijke maatstaven inderdaad zielige kaakjes.

Geen zorgen dus. Maar is die trilspin nu echt giftig of niet? Helaas laat de wetenschap ons hier in de steek. Ondanks het feit dat de soort overal voorkomt en dus in de kelder van elke spinnenwetenschapper woont – er is geen onderzoek naar gedaan. Niets. De bewering dat de trilspin zogenaamd de giftigste ter wereld is, is dus nergens op gebaseerd. Vat het op als ‘geen nieuws is goed nieuws’.

Waar komt zulke kul dan vandaan? Peter Koomen, conservator van Natuurmuseum Fryslân in Leeuwarden, heeft daar een idee over. Het diertje heeft een vechtlust waar je u tegen zegt. Dat zag Koomen toen hij herhaaldelijk verschillende soorten spinnen bij elkaar zette.

De achtpotige vleeseters zien elkaar allemaal als gratis maaltijd, maar de enige die keer op keer levend overblijft is, verbaas je niet, de trilspin. Misschien zijn spinnen en insecten wel extra gevoelig voor trilspingif, speculeert Koomen. Maar het kan ook aan zijn erg lange poten liggen, waarmee hij eerder dan andere spinnen voelt of belagers in de buurt zijn. Want ook al heeft de trilspin acht ogen: hij ziet er geen klap mee. Blind en berucht; da’s nog eens een prestatie.

Deze column verscheen eerder in de Universiteitskrant Groningen nr. 07, 09 oktober 2008