Kinderen niet sneller afgeleid dan vroeger

Kinderen van nu zijn continu afgeleid door sms’jes, tweets en Facebook. En dat, zo is de angst, leidt tot een slap concentratievermogen en slechte prestaties. Nieuw onderzoek bestrijdt echter die conclusie: kinderen van nu kunnen evenzogoed concentreren als kinderen van vroeger.

De GSI

Dat schrijven Susan Mayes en haar Amerikaanse collega’s in een online publicatie van het tijdschrift Journal of Attention Disorders. De wetenschappers herhaalden met 400 uitgekozen schoolkinderen een concentratietest die ze eerder in 1983 uitvoerden.

Die kinderen, wiens leeftijd ergens tussen de 6 en 14 jaar oud lag, bleken zich evenzogoed te kunnen concentreren als kinderen uit 1983. De concentratietest is kinderlijk eenvoudig: op een schermpje verschijnen willekeurige cijfers, en telkens wanneer een ‘9’ direct op een ‘1’ volgt moet je zo snel mogelijk op de enige knop van de machine drukken.

Koters van nu blijken die test net zo goed te kunnen als die in de jaren tachtig. Niet verrassend blijken ADHD-kinderen, die aan een aandachtsstoornis lijden, er behoorlijk slecht in te zijn, wat aantoont dat de test betrouwbaar is. Dat is meteen ook het enige kritiekpuntje op de studie: het onderzoek lijkt vooral te zijn gepubliceerd om het testapparaat te promoten. Eén van de auteurs heeft het namelijk ontworpen.

En afleiding op school dan?

De zorgen dat leerlingen op scholen zich makkelijk laten afleiden door mobieltjes, duidt misschien wel op een groter probleem dan de technologie zelf, stelt de IJslandse onderwijswetenschapper Tryggvi Thayer op zijn blog. Zijn de lessen wel interessant genoeg en schept een leerkracht wel genoeg orde? Kinderen die ongeïnteresseerd zijn op school, hebben altijd al afleiding gezocht, schrijft Thayer. “Vergelijk mobieltjes maar eens met de rare tekeningen die we vroeger maakten, de briefjes die we aan elkaar doorgaven en de papieren vliegtuigjes die we vouwden.”

Bijeengeraapt zooitje

Dat kinderen anno 2012 zich prima weten te concentreren druist in tegen het idee dat de moderne wereld, bomvol communicatiemogelijkheden via mobieltjes en internet, te druk is om in op te groeien. Zo stelde de Amerikaanse technologieschrijver Nicholas Carr dat Google ons dom maakt, en dat kinderen zich niet meer diep kunnen concentreren.

Carr betoogt in zijn boek Het Ondiepe: hoe onze hersenen omgaan met het internet dat ons brein zich aanpast aan de wereld om zich heen. Logisch dus, vindt hij, dat als de wereld om ons heen uit flitsende fragmentjes bestaat, en ons geheugen ook slechts een bijeengeraapt zooitje zal wezen, we nooit gemotiveerd raken om eens een dik boek met échte informatie uit te lezen.

Hongaarse klas

Echter, wetenschappelijk onderzoek dat definitief aantoont hoe onze aandachtsspanne verslapt omdat we veel internetten, bestaat niet. Het is eerder andersom: wetenschappers van de Universiteit van Californiëontdekten bijvoorbeeld in 2009 dat hersengebieden die we gebruiken voor aandacht en geheugen juist heel actief zijn terwijl we google’en. Nu uit Mayers onderzoek blijkt dat kinderbreintjes heus niet tot warrige pulp worden gekookt door het gebruik van Twitter, Facebook en Google scheelt dat weer een hoop zorgen voor volwassenen.

Bronnen:

Dit artikel verscheen eerder op Kennislink.nl