Kritiek op kweekvlees hindert vooruitgang

Ook kweekvlees kan zich niet in de sympathie van de gemotiveerde vegetariër verheugen: vlees is per definitie fout. Hetzelfde geldt voor de vleeseter, schrijf ik in de Volkskrant.

 

Nadat Mark Post afgelopen maandag de eerste kweekvleesburger met veel persaandacht presenteerde, zagen sommige vegetariërs hun kans schoon het idee direct weer de grond in te boren. Want vlees blijft vlees, en het eten ervan is slecht, zeggen ze. Punt uit.

Ze gooien daarmee de glazen van hun eigen missie in. Die missie luidt: we eten te veel vlees, en dat moet minder. Daarover is vrijwel iedereen het eens. Het veevoer waarmee we runderen vetmesten voor een biefstukje, kost onnodig veel landbouwgrond en leidt tot de uitstoot van broeikasgassen. Ook lijden er rampzalig veel dieren in de bio-industrie.

Duurzaam

Kweekvlees – mits het onderzoek ernaar doorgaat – zou in de toekomst uiteraard veel van deze problemen omzeilen. Waarom zijn sommige vegetariërs dan tegen? Jaap Korteweg, eigenaar van de Vegetarische Slager, stribbelt met vaagheden tegen. Als kweekvlees ooit hip wordt, kan hij natuurlijk direct inpakken. En dus weet hij nu al dat verder onderzoek naar kweekvlees het niet waard is. Het wordt nooit duurzaam, zegt hij terwijl hij zonder enig wetenschappelijk inzicht in een glazen bol kijkt.

Dat er aan kweekvlees dierlijke cellen te pas komen – ook al is het zonder leed – vindt hij hoe dan ook verwerpelijk. Het feit dat zulke cellen ook voor biomedisch onderzoek worden gekweekt, zou Korteweg ook moeten verontrusten. Maar nee hoor: daarvoor gelden ‘andere ethische normen’. Maar welke normen het verschil maken tussen het opeten van kweekcellen en het onderzoeken ervan, dat legt hij niet uit.

Machtsbeluste eikel

Dan is er nog Roos Vonk, psycholoog en dierenvriendin, die op Twitter het vermoeden uitspreekt dat enthousiastelingen voor kweekvlees behoefte hebben aan masculiene dominantie. Een dood beest eten past daarbij, want macht ging in jager-verzamelaartijden naar degene die het meeste vlees ving. Zouden ze stoppen met vlees eten, dan raken ze dat stoere gevoel kwijt. Dus willen ze geen vega. We zijn ons daarvan overigens niet bewust, dus wie weet bent u wel een machtsbeluste eikel.

Deze freudiaanse analyse van vlees eten gaat me te ver. Vlees eten is niet goed voor de wereld, maar we doen het toch – dat klopt. Daar hoeft geen diepgaande psychologische motivatie onder te liggen.

We consumeren willens en wetens zoveel dingen die pijn en leed veroorzaken. Elke zaterdag kopen Nederlanders massaal kinderarbeidkleding uit Bangladesh. Als we Vonks redenering volgen, doen ze dat misschien wel uit een masculiene behoefte om over andere mensen te heersen. Freudiaans kolonialisme of zoiets.

Te makkelijk

Ik denk dat het gewoon te makkelijk is om slechte producten te kopen. Je ziet hetzelfde fenomeen bij overgewicht. Overal liggen snacks tegen spotprijzen voor het grijpen, en hoewel iedereen alleen al vanwege zelfbehoud weet dat ze het niet zouden moeten kopen, worden ze verleid het toch te doen. Vlees is net als een goede snack gewoon erg lekker en dus kopen mensen het, zeker als het niet al te duur is. Zo ontstaat vanzelf de gewoonte om het te eten. En net als alle andere gewoonten doorbreek je die niet zomaar.

Om vleeseters desondanks toch in een moreel verwerpelijk hokje te plaatsen –zoals Vonk maar ook Volkskrant-columnist Malou van Hintum doet – is niet zo behulpzaam. Van Hintum schrijft dat vleeseters die enthousiast zijn voor kweekvlees dat misschien pas in 2030 verkrijgbaar is, het als een excuus aangrijpen om in het hier en nu lekker zonder schuldgevoel koetjes en biggetjes te verorberen.

Het is zó zwart-wit allemaal. Kom in kamp vega, of ga je eens lekker schuldig zitten voelen. Schuldgevoel zal ongetwijfeld van enkele carnivoren een (parttime)vegetariër maken, maar wie denkt dat het de eetgewoonten van de meerderheid zal veranderen, is kortzichtig.

Zo simpel

We moeten alle mogelijkheden aangrijpen om vleesconsumptie te verminderen, en waar dat niet lukt deze consumptie duurzaam en diervriendelijk te maken. Zo simpel is het. Ik eet vlees – vaker dan ik goed acht – en zou het helemaal niet erg vinden als biefstuk, kipfilet en spek met een flinke belasting in prijs worden verhoogd. Dan zou ik, en met mij vele anderen, er minder van kopen.

En om de markt verder te veranderen, zijn goede alternatieven nodig. Voor de mensen die graag hun portemonnee opentrekken voor de Vegetarische Slager: prima. Maar laten we ons niet blindstaren op één oplossing. Als kweekvlees ook een goed alternatief kan zijn, moeten we dat omarmen.

Dit artikel verscheen in de Volkskrant op 10 augustus 2013. Er staan twee fouten in: ik ben geen mobiliteitsdeskundige, en de kop wekt de indruk dat ik vind dat de meningen die ik aanval, wordt verkondigd door alle vegetariërs. Dat is natuurlijk niet zo: je kunt vegetarisch zijn zonder kweekvlees te problematiseren.

de Volkskrant

 

 

 

Ronald Veldhuizen

freelance wetenschapsjournalist | boek: Eet Mij | onderwerpen: eetgedrag, evolutie, psychologie, mariene biologie | fotograaf | amateurfilosoof