Zitkubussen en blauwe bolletjes

Vooraf waren er klachten over de prestigieuze Bernoulliborg, die al voor oplevering in gebruik was genomen. Maar nu opent de borg officieel zijn deuren, met ‘social corners’ en Star Warstrappen. “In de ramen zie je blauwe bolletjes.”

Door RONALD VELDHUIZEN

Tegenover het WSN-gebouw op het Zernikecomplex staat de brede, blauwe reus die Bernoulliborg heet. Het moderne gebouw en zijn Science Center-welkomsthal openen vandaag officieel de deuren. Maar er huizen al een aantal maanden medewerkers van de bètafaculteit. Wat voor beleving biedt het gebouw rondom zijn opening?

De entree is groots. Een brede trap springt in het oog. Misschien omdat de treden gloeien met geel licht, als in een Star Wars film. Het plafond is van glas. Rechts van de draaideur ontkomt niemand aan de vervorming van tijd en ruimte die zich lijkt af te spelen op een groot doek. Het toont een beeld van de ingang, maar de bezoekers lopen niet. Ze plakken hun lichamen in slome fasen vast aan de ruimte om hen heen in het ritme van hun voetstappen.

Deze en andere bedenksels van ScienceLinX, ‘de rode loper van de bètafaculteit voor scholieren en studiekiezers’, vullen de oplopende terrassen van de hal. Projectleider Renske de Jonge is enthousiast. Ze wijst naar balken van zitbankjes en die van de ondersteuningen van het dak. “De ontwerper heeft erop gelet dat de hoeken ervan hetzelfde zijn.”

Over haar werkplek op de vierde verdieping is ze ook te spreken. Het is een hoekige ruimte met hoekige ramen; een kleine en een grote. “Het is niet allemaal hoekig, in de ramen zie je blauwe bolletjes”, zegt De Jonge. Het uitzicht is als een holle, blauwe kubus van glas, met een glazen dak als bodem. “Door dat glas zie ik altijd ‘mijn’ hal, haha. ’s Avonds zie je het beter; dan reflecteert er geen daglicht en branden de lampen in de hal.”

Om op de vierde verdieping te komen stap je vanaf de eerste verdieping in de lift, links na de Star Wars trappen. De lift is – zoals de geruchten al deden vermoeden – niet erg groot. Maar dat is niet nodig, vindt Lisette de Bruin van het Onderwijsbureau. “Er zijn meerdere liften en ze zijn zelden vol.” Het duurt even voordat het geheel in beweging komt, maar dan schiet de lift omhoog. Dat is niet alleen te voelen, maar ook te zien: de achterwand is één groot raam met zicht op het Zernikecomplex. De muren op vier hoog zijn bezaaid met retroachtige bolletjes, vergelijkbaar met die op de ramen.

De Bruin werkt hier al sinds december. “Er is heel veel gedaan om het gebouw mooi te ontwerpen. Bijvoorbeeld de bibliotheek, die is erg groot. En om energie te besparen is verlichting en temperatuur automatisch geregeld. Maar ik denk wel dat het ontwerp ten koste is gegaan van de functionaliteit.” Ze noemt als voorbeeld de ramen. “Van buiten zien die kleine vierkantjes er mooi uit, maar dat geeft aan de binnenkant weinig daglicht. Ik heb natuurlijk wel verlichting, maar die valt om de zoveel tijd uit, omdat het op beweging reageert.”

Positiever is De Bruin over de ‘social corners’. Dat zijn speciale zithoeken tussen verschillende afdelingen, bedoeld om te relaxen en collega’s van andere afdelingen dichter bij elkaar te brengen. Er is een koffieautomaat die tegenover een wand met het alsmaar terugkerende retrobolletjes-behang staat. Dieper in de ‘corner’ staan gigantische zitkubussen in diverse Ipod-kleuren. “Je moet er maar van houden”, zegt een passerend wiskundige.

Verderop blijken meer wiskundigen te huizen. Promovendus Alex Opoku kan de Bernoulliborg wel waarderen. “Af en toe is de temperatuur wat laag, maar daar stoor ik me niet aan. Het is wel onhandig dat het licht regelmatig uitvalt en je weer met je armen moet zwaaien om het aan te krijgen. Maar aan de andere kant is dat wel goed. Zo komen wij wetenschappers eens aan beweging.”

Dit artikel verscheen eerder in de Universiteitskrant Groningen, nr. 20, februari 2008. De naam Lisette de Bruin is op verzoek gefingeerd.