Kul of Kennis: In een kamelenbult zit water

Door RONALD VELDHUIZEN

Soms istie groot, soms istie klein. Zo vergaat het de bulten van de kameel. De bolle uitstulping gunt het dier een plaats naast de olifant in het lijstje van gekke viervoeters die je in de kleuterklas leerde kennen. En wat leerden we over de woestijngrazer? Natuurlijk dat ze wekenlang niet hoeven te drinken, omdat ze water in hun bulten opslaan. Zo’n zak hebben mensen niet op de rug, dus als kind ben je verbijsterd. En daarom vergeet je het nooit meer.

Kort geleden werd deze kinderherinnering voor ondergetekende als onzin naar het limbo van kinderfabels verwezen. Kamelen zouden helemaal geen water in hun bulten dragen, maar vet. Een ontgoocheling van Sinterklaasproporties. Een definitief antwoord was nodig.

Universitair docent en ecologe Irene Tieleman van de RUG komt jaarlijks in Saoedi-Arabië en weet hoe de kameel zijn zaakjes in de hete woestijn regelt. En inderdaad, de kamelenbult bevat volgens haar alleen maar vet. Hij is puur bedoeld als voedselreserve. Een kameel eet niet zijn buik rond, maar zijn bulten.

Maar als de bobbel niet voor wateropslag dient, hoe kan hij het dan weken zonder water stellen? Weerbarstige zuinigheid, vertelt Tieleman. De grazer legt pijnlijk droge keutels en piest eerder stroop dan water. Bovendien zweet hij nooit om op temperatuur te blijven. Daardoor warmt hij overdag met gemak op tot 40 graden Celsius, voor de mens levensgevaarlijk. Die hitte neemt hij de koude woestijnnacht mee in – dus hoeft hij geen energie te verspillen om warm te blijven. De nacht is lang waardoor de kameel alsnog afkoelt. Uiteindelijk zit ie dan op zo’n 34 graden Celsius – te fris voor een mensenlijf, maar wederom prima voor de kameel.

En daarin zit volgens Tieleman de truc: een kamelenlichaam kan het gewoon hebben.
Biologen hopen daarvoor bewijs te vinden in kamelencellen. Resultaten zijn er al. Zo rapporteerde Hayot Ulmasov in 1993 in een biochemisch tijdschrift dat rode en witte bloedlichaampjes van de kameel nauwelijks vervormen als ze ineens worden verhit, iets wat bij andere dieren wel gebeurt. In hetzelfde tijdschrift meldt bioloog A.O. Elkhawad een uitzondering: kamelenhersenen zijn níet gecharmeerd van hitte. En hersenen zijn belangrijk, want die zorgen onder andere voor het strakke waterregime. Daarom houden kamelen – ondanks hun heetgebakerde reputatie – hun hoofd koel.

Deze column verscheen eerder in de Universiteitskrant Groningen, nr. 29, april 2008