Kul of Kennis: Ganzen voorspellen vorst

Door RONALD VELDHUIZEN

We leren het allemaal op de basisschool. Trekganzen zijn – vliegend in die typische v-vorm – een voorteken van kou. En volgens sommigen voelen ganzen dat met een weersvoorspellend zintuig. Handig wanneer het weerbericht onduidelijk is en je wil weten of het tijd is voor muts en handschoenen. Hebben ganzen zo’n wonderzintuig? RUG-bioloog en ganzenexpert Maarten Loonen weet er meer van.

Voorop staat dat niet alle ganzen een reis ondernemen die iets met kou te maken heeft. Voor sommige soorten is de trek routine, vertelt Loonen. Een kwestie van opstaan en naar bed gaan. De vogels slapen op een plas, bijvoorbeeld het Zuidlaardermeer, en vliegen ’s ochtends naar een weiland. Daar proppen ze de hele dag gras naar binnen; ’s avonds gaan ze weer slapen. Volgens Loonen kan het luchtruim daarom tijdens de schemering behoorlijk druk worden – er komen makkelijk duizend ganzen voorbij.

Maar hoe zit het dan met de ganzen die je alleen in de herfst ziet trekken? Nee, zegt Loonen. Ganzen weten niets van weersvoorspellingen. Het besluit om een grote trek te maken begint simpeler: ze hebben een hekel aan vorst. Ganzen slapen drijvend op meertjes. Als dat water bevriest wordt zo’n overnachting knap lastig. En wanneer de volgende ochtend ook nog eens hun favoriete grassprietjes bevroren blijken, houden ganzen het voor gezien. Wegwezen dus. Maar dan ís het al koud.

Sterker: het hoeft in Nederland niet eens echt koud te zijn wanneer er ganzen overvliegen. Het gros van de trekganzen vertrekt na een rottige vriesnacht vanaf de Noordpool hiernaartoe. Op de Noordpool is het dan dus ijskoud, terwijl het hier nog prima vertoeven is. Dáárom komen ze tenslotte hier.

Je kunt dus niet op trekganzen vertrouwen. Want als je ze ziet vliegen, hebben je oren óf al een dag in kou gezeten, óf is het nog te warm om een muts op te zetten.

Deze column verscheen eerder in Universiteitskrant Groningen nr. 11, 13 november 2008