Er valt heus wat te halen op aarde

cowboys-aliens

Buitenaardse wezens in Hollywoodfilms zijn vaak uit op onze grondstoffen. Astronomen en technologie-experts denken dat dat in het echt ook zou kunnen gebeuren. Maar of dat zo waarschijnlijk is?

In de film Cowboys & Aliens landen buitenaardse wezens in het Wilde Westen van het jaar 1873. Ze ontvoeren mensen en stelen onze grondstoffen. De chagrijnige bankeigenaar Harrison Ford en de macho-bandiet Daniel Craig besluiten terug te slaan. De film zet daarmee hyperintelligente aliens met allerlei technologische snufjes tegenover cowboys die niet veel meer hanteren dan revolvers, pijl en boog, paarden en lasso’s. Vermakelijk is het zeker.

Het idee dat buitenaardse wezens – als ze bestaan – onze aarde komen plunderen voor grondstoffen en de mensheid als een irritante plaag opruimen is niet eens zo vergezocht, vinden sommige wetenschappers. Wereldberoemd astronoom Stephen Hawking waarschuwde vorig jaar nog in zijn TV-uitzending van Into the Universe dat de mensheid voorzichtig moet zijn met de radiosignalen die het de ruimte in stuurt; we willen niet overkomen een stel primitievelingen die niks waard zijn. Hawking vergelijkt een bezoekje van aliens met de landing van Columbus in Amerika: “Dat pakte slecht uit voor de inboorlingen.”

Waarom zou het tussen mensen en aliens ook zo lopen? Nou, volgens Hawking hoeven de buitenaardse wezens maar aan twee voorwaarden te voldoen: ze hebben flink geavanceerde technologie en gebruiken daarom massale hoeveelheden energie. “Zulke wezens hebben alle grondstoffen van hun eigen planeet opgebruikt en trekken als nomaden door het universum, in massale ruimteschepen”, vertelt Hawking. Dat ze daarbij agressief te werk gaan vindt de astronoom plausibel, want kijk maar eens naar het gedrag van de meest geavanceerde diersoort op aarde: de mens. Ook niet om over naar huis te schrijven.

Michio Kaku, natuurkundeprofessor van de universiteit van New York, en uitgesproken vooruitdromer, denkt juist dat als aliens ons komen bezoeken, ze niet op onze grondstoffen uit zijn. Ruimtereizen is namelijk duur. Heel duur. Een reis van enkele lichtjaren kost meer energie dan alles wat de mensheid sinds 1800 aan elektriciteit, olie, gas en kernenergie heeft opgestookt. Anders gezegd: je kan alleen ruimtereizen maken als je duurzame energie hebt uitgevonden, zoals kernfusie (dat is wat de zon doet). Dus, schrijft Kaku in zijn boek Physics of the Impossible, zijn aliens per definitie voorstanders van duurzame energie die ze zelf kunnen recyclen. Heel het universum stuk boren om genoeg grondstoffen is een mentaliteit die daar niet bij hoort. Anders gezegd: aliens die ons kunnen bezoeken zijn per definitie ‘groene’ mannetjes, in de zin van dat ze groene, duurzame energie gebruiken en zichzelf prima kunnen redden zonder de aarde aan gort te boren.

Kaku denkt ook dat de aliens om vergelijkbare redenen vriendelijk zullen wezen. Superduurzame energie ontwikkelen en verre ruimtereizen organiseren vereist nogal een complexe samenwerking. En des te meer je samenwerkt, des te minder is het nodig om anderen de harses in te slaan. Die ontwikkeling zie je ook bij mensen: des te verder landen zich ontwikkelen en samenwerken, des te minder noodzaak de bevolking voelt om andere mensen pijn te doen. Sterker nog, zegt psycholoog Steven Pinker in zijn boek The Better Angels of our Nature, vroeger stierven meer van onze dierbaren door geweld van anderen dan nu. Dankzij welvaart en democratie durven we te vertrouwen op anderen en zelfs op overheidsbewaking, zoals de politie. Ook al doen de nare beelden op het journaal ons anders geloven: de wereld is nu veiliger dan ooit.

Terug naar de aliens. Een tweede reden die Kaku noemt voor het idee dat aliens niet per se onze grondstoffen zouden willen hebben, is dat de aarde eigenlijk helemaal niet zo uniek is qua voorraadje bruikbaar materiaal. IJzer, koper, zilver, koolstof, uranium, water; je komt het overal tegen. Telkens wanneer een ster uit elkaar knalt klontert het sterrenstof samen tot deze nuttige steentjes. Dus al maken buitenaardse wezens een ruimtereis van tig lichtjaar naar een plek bij ons in de buurt, onderweg kunnen ze alle materialen die ze nodig hebben naar hartenlust ontginnen. En voor hetzelfde geld interesseren ze zich dan niets voor onze planeet.

Omdat we nog nooit aliens hebben ontmoet, dit natuurlijk allemaal speculatie. We weten gewoon niet zeker of buitenaardse wezens bestaan en op onze grondstoffen uit zijn. Maar sommige theorieën klinken logischer dan anderen. Wat mij betreft heeft Stephen Hawking een mooie vergelijking te pakken met Columbus die op een vreemde planeet landt, waarvan de nasleep – een kolonisatie van nieuw land met nieuwe grondstoffen – verschrikkelijk uitpakt voor de inboorlingen. Maar meer dan een aardige vergelijking is het niet. Aliens zullen, als ze bizar complexe ruimtereizen kunnen maken, zichzelf prima weten te redden en waarschijnlijk juist niet ontzettend agressief of destructief zijn. Juist wij mensen komen nu langzaamaan te weten wat de gevolgen zijn van het uitbuiten en koloniseren van de aarde. Niet voor niets denken we dat als we zo doorgaan met het omploegen van natuur en uitstoten van CO2, er over honderd jaar weinig nieuwe vooruitgang voor de mensheid te genieten valt. Nee, aanpassingsvermogen en duurzaamheid zijn de kenmerken van een ras dat zich doorontwikkelt tot iets groots.

Cowboys & Aliens zit dus – net als vele films ervoor – er wat simplistisch naast. Aliens op zoek naar grondstoffen is een leuke insteek om verhalen te vertellen over kolonisatie, verdrukking en racisme (de aliens zien mensen vaak als ondergeschikte, nietsbetekenende wurmpjes). En op zich doet de film dat prima.

Toch heb ik me geëergerd: de film neemt de zoektocht naar grondstoffen van de aliens veel te serieus. Het spul dat ze uit aarde plukken, blijkt goud te zijn. Goud! Geen ijzer voor scheepsbouw, of uranium voor de kernreactor, maar goud voor eh, hun sieraden?

Even lijkt de film er een grapje van te maken: het karakter van Harrison Ford zegt na deze onthulling sceptisch: ‘Gold? Well, that is ridiculous! What are they going to do – buy something?‘ Briljant als je het mij vraagt, maar vervolgens lult een ander karakter in de film, gespeeld door Olivia Wilde, daar bloedserieus overheen. Goud is overal zeldzaam, vertelt ze, en de aliens gebruiken het als energiebron. Of als geld. Echt duidelijk wordt dat helaas niet.

Persoonlijk denk dat ik dat als we te maken krijgen met hyperintelligente aliens, dat het slechtst wat ons kan overkomen geen kolonisatie is, maar een totale opruiming van de aarde, gewoon omdat we in de weg zitten voor iets wat ze belangrijker vinden. Zoals in Hitchhiker’s Guide to the Galaxy: daarin besluiten bureaucratische aliens dat de aarde moet wijken voor een nieuwe snelweg tussen sterrenstelsels. De inwoners van aarde – inclusief de mensen – komen niet veel interessanter op ze over dan een groepje jeukende insecten. Dat beetje natuur langs de snelweg kunnen ze wel missen. En dus hup, zonder gewetensproblemen, drukken ze op de delete-knop. Opgeruimd staat netjes.

Onder het kopje ‘Film en wetenschap‘ kijk ik naar hoeveel er in films overeenkomt met de realiteit. Dat gaat niet ten koste van het kijkplezier: heel erg fantasierijke films zitten op sommige punten opvallend dichtbij wetenschappelijke ontwikkelingen. En zelfs als dat niet zo blijkt te zijn, is het altijd leuk om na te gaan hoe een film eruit zou hebben gezien als deze wél gebonden zou zijn aan aardse regels.

Ronald Veldhuizen

freelance wetenschapsjournalist | boek: Eet Mij | onderwerpen: eetgedrag, evolutie, psychologie, mariene biologie | fotograaf | amateurfilosoof