Supermans imponerende spierballen zijn zinloos

Ergens is die kennis wel troostend voor iele mannen – zoals ik. De kennis dat Henry Cavill, de acteur die Superman (oftewel Kal-El) speelt in de kersverse film Man of Steel, al die imponerende spiermassa niet echt nodig heeft.

muscles

Vrijwel in het begin van de film staat Supie al in zijn blote bast. Hij redt een boel mensen van een instortend boorplatform. Het gevaarte kantelt opzij. Supie duwt ertegen zodat het niet de weerloze mensjes plet. Omdat hij zijn heldenidentiteit wil geheimhouden, besluit hij om niet mee te liften met de boot waarmee hij op de plaats des onheils aankwam. In plaats daarvan zwemt hij in zijn onderbroek naar de kust. Als Supie uit de zee klautert, druipt het water letterlijk van zijn hunkyness af.

Eén grote blob

Toch kun je je afvragen waar al die spiermassa voor nodig is. Als Supie’s fut écht alleen om spierkracht draait, dan is hij zeker niet sterker dan De Sterkste Man Van De Wereld. Die kerels zijn op zijn minst even groot. Maar zij komen dan weer niet verder dan een bestelbusje kantelen. Of een vrachtwagen een paar meter door de modder slepen. Dan is het wel op.

Supie
Zo gespierd zou Superman moeten zijn. Tenminste, als hij met enig gemak auto’s wil tillen. Boorplatformen zijn een heel ander verhaal.

De hoeveelheid kracht die je kan zetten is afhankelijk van de dwarsdoorsnede van je spieren, weten onderzoekers. Wil Supie puur op spierkracht toch sterker zijn dan een gewone sterveling, dan zouden zijn biceps en abs aanzienlijk forser moeten uitpakken dan die van de sterkste man van de wereld. Denk aan een formaatje olifant. Daarmee sjouw je met enig gemak een halve ton van A naar B (zoals Thaise olifanten kunnen).

Vallende boorplatformen blijven echter compleet andere koek: om zo’n gevaarte van een miljoen ton tegen te houden zou Supie’s spiermassa honderden keren groter moeten zijn. Eén grote blob superheld. Maar dan zou Supie te groot zijn om zichzelf overeind te houden. Dat heeft te maken met een wet in de biomechanica: des te groter je bent, des meer tol zwaartekracht van je lichaam eist. Een groot dier moet grotere spieren en botten hebben om überhaupt te kunnen blijven staan. Er blijft dan minder spierkracht over voor extraatjes. Kleine dieren zijn daarom relatief sterker dan grote dieren. Een ieniemienie-mier tilt met enig gemak maar liefst 100 maal zijn eigen gewicht. Een olifant sjouwt maximaal slechts een kwart van zijn eigen gewicht. Dat is al veel minder dan mensen: die tillen nog altijd twee- tot driemaal hun eigen gewicht.

Eat your heart out, Isaac Newton’

man-of-steel-flies2

Zo’n blob superheld is niks aan natuurlijk (behalve als je The Blob zelf bent). Dus nee, zo werkt het niet natuurlijk niet, verklaart de nieuwe film: Supie’s spieren werken wel, maar een blobformaat is niet nodig. Zijn spiercellen worden extra versterkt met kosmische straling van de zon. Dat maakt hem ondanks zijn relatieve gebrek aan spiermassa toch supersterk. Logisch. Oké Supie, wat je wilt. We nemen gewoon even aan dat dat kan.

Dan krijg je het volgende probleem: wanneer je een vallend gebouw of boorplatform opvangt met je superkracht, loopt dat meestal niet zo goed af voor dat gebouw. Supie is piepklein vergeleken bij, zeg, een appartementencomplex. Hij kan al zijn kracht dus slechts concentreren op de twee kleine plekken die zijn handen tegen de muur van het gebouw innemen. En Supie mag dan heel sterk zijn, het gebouw is dat niet. De zwaartekracht blijft even hard trekken aan delen van het gebouw waar Supie’s handen niet aanwezig zijn. Hij houdt dan dus maar een klein deel van het gebouw tegen. De rest blijft gewoon vallen.

Vergelijk het met een gigantische muur van LEGO-steentjes. En stel dat die om kiepert. Zelfs een iel ventje als ik heeft de spierkracht om die tegen te houden. Toch zullen mijn handen niet veel helpen: de muur zal om mij heen afbrokkelen. Ik ‘prik’ als het ware met mijn handjes in de vallende muur, maar kan de complete val niet tegenhouden. Dus tenzij Supie zijn armen rondom een hele flats of boorplatformen kan wikkelen en zijn kracht verdeelt, zal hij ze niet zonder schade afremmen.

SupermanHitler
Leuk weetje. De bedenkers van Superman waren Joods; de naam Kal-El betekent in het Hebreeuws ‘De stem van God’.

Om dit probleem op te lossen suggereren Supie-fans dat zijn ware kracht ligt in het ombuigen van zwaartekracht. Hij kan met zijn geest het zwaartepunt van vallende objecten veranderen, zodat ze niet meer vallen. Eat your heart out, Isaac Newton. Door mentaal te knutselen met zwaartekracht, kan Supie zelfs bij een vallend boorplatform het zwaartepunt kenteren. Niet alleen verklaart dat hoe Supie zonder collateral damage de meest reusachtige objecten zachtjes laat landen, maar ook hoe hij zichzelf kan laten zweven en vliegen.

Maar als wonderen verrichten het geheim is, had Supie er net zo goed uit kunnen zien als een mager mannetje. Een Ghandi. Een ondervoede Jezus. Of beter nog: Yoda. Maar dat zou natuurlijk niet stroken met het typisch Amerikaanse heldenbeeld dat Man of Steel moet hebben. Want hoe zou de man die zelfs Hitler op z’n flikker gaf níét gespierd kunnen zijn?

Onder het kopje ‘Film en wetenschap‘ kijk ik naar hoeveel er in films overeenkomt met de realiteit. Dat gaat niet ten koste van het kijkplezier: heel erg fantasierijke films zitten op sommige punten opvallend dichtbij wetenschappelijke ontwikkelingen. En zelfs als dat niet zo blijkt te zijn, is het altijd leuk om na te gaan hoe een film eruit zou hebben gezien als deze wél gebonden zou zijn aan aardse regels.

 

Ronald Veldhuizen

freelance wetenschapsjournalist | boek: Eet Mij | onderwerpen: eetgedrag, evolutie, psychologie, mariene biologie | fotograaf | amateurfilosoof