Romantiek met een vleugje zweetspray

Vergeet deodorant, parfum of aftershave. Als u iemand wilt verleiden, sproei dan wat feromonen in uw nek. Althans: dat zeggen de geurfabrikanten die de vermeende lokstoffen verkopen. Onderzoekers zijn minder stellig.

Bombyx_mandarina

Feromonen zijn te koop in webwinkels en seksshops. Ze beloven mannen een ‘seksueel superieure’ en ‘onweerstaanbare’ uitstraling. Daarnaast bestaan er voor vrouwen speciale feromooncocktails om bijvoorbeeld jonge knullen aan te trekken of zelfs ‘mannen in trance’ te brengen.

De lokstoffen danken hun reputatie aan de verbluffende kracht die ze in het dierenrijk vertonen, vooral bij insecten. Strikt genomen is een feromoon een geurstofje waarmee een dier een simpele, aan instinct appellerende boodschap aan zijn soortgenoten overbrengt. Soms is die boodschap: heb seks met mij. Mannetjes van de zijdevlinder worden op slag geil zodra ze de vrouwelijke lokstof bombykol ruiken. Ze volgen ijverig de dame die het feromoon uitscheidt en willen niets anders dan haar bestijgen. Zulke reacties zijn ook bij zoogdieren gevonden: varkensvrouwtjes die testosteronachtige stoffen uit mannetjeszweet en -kwijl ruiken, gaan onmiddellijk in de paringshouding staan.

Door inspanningen van de geurindustrie doen deze varkensferomonen tegenwoordig dienst als menselijke feromonen. Met goede reden: de stoffen uit varkenszweet zitten ook in mannenzweet. Ze zouden dus weleens tot doel kunnen hebben vrouwen instinctmatig te verleiden. Meerdere studies bevestigen die rol. Een onderzoek uit 1987 wees uit dat vrouwen vaker kiezen voor wc-hokjes die besproeid zijn met de mannelijke zweetstof androstenol. En van de verwante stof androstadiënon raken vrouwen seksueel opgewonden.

Dat klinkt als een uitgemaakte zaak. Maar wetenschappers zijn het niet eens zijn over de kwaliteit van het tot dusver uitgevoerde feromoononderzoek. Richard Doty, geurexpert en hoofd van het Amerikaanse Taste and Smell Center van Pennsylvania University, noemt in zijn boek The Great Pheromone Myth het bewijs voor menselijke lokstoffen flinterdun. Per telefoon licht hij zijn conclusie toe. ‘Voor elk onderzoek dat een positief effect vindt, is er een dat niets vindt’, zegt Doty. ‘Daarnaast staat het onderzoeksveld bol van de problemen op het gebied van statistiek en methoden, waardoor de studies onderling moeilijk te vergelijken zijn.’

Niet alle wetenschappers zijn zo somber over feromoononderzoek. Lorenza Colzato, cognitief psycholoog aan de Universiteit Leiden, bestudeert zelf de reacties van vrouwen op feromonen. Zij beaamt dat tot dusver de resultaten wisselend zijn, maar vindt het voorbarig te concluderen dat de zweetstoffen geen functie hebben. ‘Er zijn goede redenen om aan te nemen dat zoogdieren, dus ook mensen, chemisch met elkaar communiceren.’

In haar laboratorium nodigt de psychologe vrouwen uit om gezichtsfoto’s van mannen te beoordelen. Intussen stelt ze hen bloot aan de mannelijke zweetstof androstadiënon. Met dat spul onder de neus blijken vrouwen positiever te oordelen over de aantrekkelijkheid van de mannen op de foto’s.

Herhaalbaar
Als Colzato’s resultaten herhaalbaar blijken, maakt dat de status van androstadiënon als seksferomoon waarschijnlijker. Het is echter de vraag of hogere scores van mannenfoto’s sceptici als Doty zullen overtuigen. De ultieme feromonentest, stelt de geurwetenschapper, is de situatie der situaties: wanneer je écht iemand probeert te verleiden.

Zo is het niet vaak onderzocht. Een uitzondering vormt de studie van Tamsin Saxton, een psychologe aan de University of Northumbria. Saxton organiseerde drie speeddate-evenementen waaraan in totaal 54 vrouwen deelnamen. Vlak voor elke ontmoeting met een man ontvingen zij de ene keer een vleugje androstadiënon, de andere keer niet. De resultaten vielen wat tegen: de mannen die het geluk hadden te tafelen met een vrouw inclusief lokstof, werden iets aantrekkelijker gevonden, maar veel scheelde het niet. Op een schaal van 1 tot 7 scoorden de heren een half punt hoger. Statistisch gezien was het androstadiënon in geen enkel geval bepalend voor de keuze tussen een afwijzing of een vervolgdate.

Saxtons verklaring voor het bescheiden effect heeft wat weg van een open deur: wellicht laten vrouwen hun keus ook van iets anders afhangen dan de aanwezigheid van androstadiënon. Zoals het uiterlijk van de man en de status die hij uitstraalt.

Zulke kanttekeningen moet Colzato ook bij haar voorlopige resultaten plaatsen. Volgens de psychologe werkt androstadiënon alleen in specifieke situaties. ‘Alleen foto’s van toch al redelijk knappe mannen worden door vrouwen als aantrekkelijker gezien’, vertelt ze.

Dat feromonen lijken te verdrinken in de ruis van ander menselijk gedrag, pleit volgens Richard Doty tegen het bestaan ervan. ‘Het idee bij feromonen is juist dat ze een instinctief sterk en herhaalbaar effect vertonen, zoals bij insecten’, zegt hij. ‘Als dat niet zo is, mag het dan nog wel een feromoon heten?’

Dat punt vatten andere wetenschappers serieus op: inmiddels hanteren zij in veel publicaties de minder krachtige term chemosignaal. De kans dat geurfabrikanten dat ook gaan doen, is klein. En wellicht is het etiket ‘feromonen’ een placebo voor iemands seksuele uitstraling: het idee dat je geholpen wordt door een onzichtbare seksuele kracht, kan net dat beetje extra zelfvertrouwen geven.

Dit artikel verscheen in de Volkskrant op 9 februari 2013